Sinds 1966 hebben Father Michael Shea, (C.Ss.R.) en andere Redemptoristen gezorgd voor de arme mensen in de noordoostelijke streken van Thailand. Hun werk concentreerde zich op de uitgestotenen, op hen van wie niemand hield, de ongeneeslijke zieken, de ouderen en de wezen, zowel Katholieken als Boedisten.
Het werken van de Redemptoristen met de slachtoffers van AIDS begon rond 1998. Het begon aanvankelijk met de volwassenen. Veel van de AIDS slachtoffers waren verbannen uit hun dorpen. Hun families en buren sinds jaren en vrienden wilden niets met hen te maken hebben. Ze werden gedwongen hun huizen te verlaten en in hutten in de jungle te wonen. De Redemptoristen brachten hen voedsel, medicijnen, mededogen, liefde en het woord van God.
Vaak sterven de mannen voor hun vrouw, hen achterlatend zonder middelen om zichzelf en hun kinderen te onderhouden. Wanneer werkgevers ontdekken dat zij AIDS hebben verliezen zij hun baan. Zij zijn zo trouwens toch te zwak om het normale veld of fabriekswerk te doen.
Wanneer de ouders stierven was het de vraag wie er zou zorgen voor de overlevende kinderen. De familieleden, zelfs de grootouders, willen niets te maken hebben met de kinderen, of ze nu wel of niet besmet zijn met het HIV virus Alleen al het kind te zijn van AIDS ouders is reden genoeg voor de mensen hen de rug toe te keren en ze voor zichzelf te laten zorgen, hoe jong ze ook zijn.
Sommige verwanten werden echter aangemoedigd een kind op te nemen indien de Redemptoristen betaalden voor de kosten van zorg en school en dit heeft zich ontwikkeld tot het “Outreach Programma”. Andere kinderen ,die niet zo veel geluk hadden, kwamen bij Fr. Mike Shea en zo begon zijn werk voor Sarnelli House. Hij wist echter niet de wat omvang van zijn werk met HIV/AIDS mensen zou worden en wat God precies voor hem in petto had, in het bijzonder toen hij geconfronteerd werd met de zieke kinderen, kleuters en babies die HIV geinfecteerd waren of AIDS hadden. Dit zijn de kleinste AIDS slachtoffertjes.
Er werden ook kinderen binnen gebracht door hun stervende moeders, andere familieleden of de Thaise Sociale Dienst. Sommigen zijn geboren in de gevangenis, anderen gevonden zwervend op straat, van huis tot huis bedelend om voedsel.
Er is er een gevonden, achter gelaten langs de kant van de weg, een andere werd gevonden op de vuilstortplaats. Verschillende jonge meisjes zijn gered uit een leven in de prostitutie, en zelfs als ze een huis hebben mogen zij niet naar school of met andere kinderen spelen. Wanneer zij onder de hoede komen van de zorg van Fr. Mike zijn ze verward , bang en terug getrokken. Maar met liefde en aandacht wennen zij snel aan hun nieuwe tehuis en de taak hen een vredig en liefdevol tehuis te bieden begint