Nieuwsbrief november 2010

November

Het laatste nieuws van Sarnelli House ! Kleine Jonah, geboren met 6 ½ maand, is nu de periode van 9 maanden, sinds zijn verwekking, voorbij en groeit normaal en lijkt steeds meer op een mensje. Voor wat betreft de rest van de bende: in de weekends laat ik de meisjes onkruid trekken in de rijst paddies en de jongens repareren de weg naar de velden en zij vechten als ketellappers.

Dank zij Peh en Jit, die een gratis cursus volgden in het midden van het land, maken we nu ons eigen zeep, wasmiddel, shampoo en reinigingsmiddel voor de vloeren en de toiletten. Dit werk wordt gedaan door onze jongens. Zij hebben vaten en emmers en enorme houten lepels om mee te roeren. De rijst is geplant en groeit en uiteindelijk kwam de regen, snel en hevig. De jongens van onze beide huizen, St. Patrick’s voor die verlaten zijn en Jan & Oscar voor de jongens met AIDS, eten, bidden en werken goed samen. Onze meisjes maken sieraden voor op hun kleding en willen dat ik Skorski diamanten koop om dingen van te maken. Ik moet hen uitleggen dat het idee is om zichzelf te helpen en niet om de gemeenschap failliet te laten gaan.

Onlangs was ik betrokken bij een dispuut over eigendom tussen twee dorpen, de vergadering duurde lang en was heftig en het was al ver voorbij Heineken tijd. De zon was al onder.
Toen was er het geval van een meisje dat ons in maart verlaten had en er met een jongen vandoor was gegaan. De jongen had haar weer verlaten, alleen en zwanger, in Cholburi aan de oostkust, en zij trok op met een andere vrouw. Ze was bijna 5 maanden zwanger; 16 jaar oud en beschaamd en vernederd. Door mijn hoofd speelde het verhaal van de vader van de verloren zoon in het evangelie. De jongen eist zijn geboorterecht op en vertrekt en geeft alles uit. Hij heeft niemand en besluit dat het enige wat hij kan doen is naar huis te gaan en vergiffenis te vragen. De vader ontvangt hem met open armen. Ik vroeg mij even af of de oude man niet liever de jongen een trap onder zijn kont had gegeven. Maar ik verdrong die gedachte en begroette haar met open armen. Ik hoop dat ze hier wil blijven en de baby bij ons krijgt in plaats van bij vreemden, en dat ze dan zal beslissen om de baby te houden of aan ons af te staan. Zij is verschrikkelijk jong en te onvolwassen om moeder te zijn zonder supervisie. Ze is een weeskind dat nooit de ervaring van een gezinsleven heeft gehad. Ze is ook een compleet warhoofd.

Hiew, de jongen die bijna bij ons gestorven was gaat vooruit. Zijn moeder is er echter vandoor en liet hem bij ons. Eigenlijk is dit een zegen voor Hiew, omdat wij ervoor zorgen dat hij zijn medicijnen inneemt enzovoort. Verrassend, in ieder geval voor mij, geniet hij van het leven in Sarnelli en hij mist zijn moeder niet.
Dtan, het halfblinde meisje met een spraakgebrek, is goed gewend en de stafleden, van wie sommigen zelf AIDS hebben, zorgen er voor dat zij bezig en betrokken blijft geurende de dag, terwijl de gezonde kinderen naar school gaan. Intussen wachten we op de bevalling van een AIDS moeder. We hebben haar een abortus uit het hoofd gepraat en omdat zij de baby niet willen, zullen wij het kleine meisje opnemen.

Ik weet niet hoeveel brandstof er nog in de tank zit, maar dit is een heerlijke manier om je resterende dagen door te brengen. Indien iemand mij tien jaar geleden had gezegd dat ik mijn leven zou eindigen met het grootbrengen van andermans kinderen zou ik hebben gezegd dat hij knettergek was. Nu in mijn dwaze laatste dagen, zie ik ze als van mijzelf. Ik veronderstel dat Alzheimer of een soortgelijke ziekte voor deze gedachte zorg draagt.

Fr. Mike